|
Cultureel erfgoed in Turkije
Anıtkabir, uitgesproken als ‘an-uht-ka-bier’, is het grootste symbool van de moderne Republiek Turkije. Anıtkabir is de laatste rustplaats van Mustafa Kemal Atatürk, de ‘aartsvader van alle Turken’ en stichter van de Republiek Turkije.
Anıtkabir is gelegen in de hoofdstad van Turkije, wel te weten Ankara. De bouw is begonnen in 1944 onder leiding van Professor in de Bouwkunde Emin Onat en Hoogleraar in de Bouwkunde Orhan Arda, en kwam op donderdag 10 november 1953 ten eind.(1) Op die dag werd het lichaam van Mustafa Kemal Atatürk, die op 10 november 1938 gestorven was, ceremonieel herbegraven in de daarvoor bestemde graftombe. Naast het imposante en grootste graftombe van Mustafa Kemal Atatürk, zijn er precies negentien zalen en een immens verzamelplein. In deze zalen wordt de geschiedenis van de Republiek Turkije en de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog verteld aan de hand van authentieke voorwerpen uit die tijd, zoals onder andere wapens, documenten, muurinscripties en schilderijen. Ook zijn er tentoonstellingen van enkele belangrijke gebeurtenissen, zoals de Slag bij de Dardanellen in 1915, want “het verleden speelt in veel landen een zeer belangrijke rol bij het vormen van een natie en zijn erfgoed”(2). Uiteraard is Turkije hierop geen uitzondering. Een goed voorbeeld hiervan zijn de muurinscripties en gravuren aan beide kanten van de trap die naar de graftombe leidt. Deze zijn gewijd aan historisch belangrijke Turkse gebeurtenissen van het Beleg van Wenen in 1529 tot de Grote Overwinning in 1922.(3)
Sinds de bouw van Anıtkabir in het centrum van Ankara, om precies te zijn in Anıttepe; voorheen genaamd Rasattepe, zijn er veel dingen bijgewerkt en geperfectioneerd. Zo worden steeds meer antieke voorwerpen, zoals de auto’s van Mustafa Kemal Atatürk, teruggevonden en teruggekocht van particulieren om ze vervolgens tentoon te stellen in Anıtkabir. De zalen die voorheen geheel of gedeeltelijk leeg stonden worden elk jaar voller en voller. Er is zelfs een tweede, veel kleinere, graftombe gemaakt voor de tweede belangrijke man in de Turkse geschiedenis, namelijk İsmet İnönü. Deze man was de rechterhand van Mustafa Kemal Atatürk tijdens de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog (van 1919 tot en met 1922) en werd, na de dood van Atatürk in 1938, gekozen als president van de Republiek Turkije. Hierdoor werd İnönü de tweede president van Turkije (van 11 november 1938 tot 22 mei 1950) , na de stichter en eerste president Mustafa Kemal Atatürk, die regeerde van 30 oktober 1923 tot aan zijn dood op 10 november 1938. İnönü werd in de jaren zeventig bijgelegd in Anıtkabir, dit komt overeen met de trend van de laatste dertig jaar tot nu. Deze trend van hernieuwde enthousiasme voor nationaal cultureel erfgoed vanaf de jaren zeventig, alhoewel het enthousiasme in Turkije niet zozeer op een laag pitje stond, komt conform overeen met de trend elders in Europa.(4)
Anıtkabir wordt dagelijks, van 9:00 tot 17:00, bezocht door duizenden dan wel tienduizenden mensen uit het buitenland en binnenland. Bezoekende staatshoofden worden altijd eerst naar Anıtkabir gebracht, waar het een ongeschreven regel is dat die daar bloemen neerleggen. Ook scholieren van basisscholen tot en met gymnasia hebben per jaar minstens één excursie, afhankelijk van de afstand en kosten, naar Anıtkabir. Door deze inmenging van Anıtkabir in het dagelijkse leven van Turkije, is het een nationaal erfgoed geworden die door een algemeen publiek geaccepteerd is als zodanig. Volgens velen is het zelfs zo dat “iets pas als een nationaal cultureel erfgoed beschouwd mag worden, als het ook daadwerkelijk door een algemeen publiek geaccepteerd wordt als een nationaal cultureel erfgoed”(5).
Armand Sağ
8 januari 2006
© Armand Sağ 2006
1. V. İdil, Ankara Tarihi Yerler ve Müzeler (Historische Plaatsen en Musea in Ankara; Ankara, 1993) 65.
2. J. Evans, ’Introduction’, Representing The Nation: A Reader (Londen, 1999) 5.
3. V. İdil, Ankara Tarihi Yerler ve Müzeler (Historische Plaatsen en Musea in Ankara; Ankara, 1993) 68.
4. R. Samuel, ‘Resurrectionism’, Representing The Nation: A Reader (Londen, 1999) 163.
5. P. Wright, ‘Trafficking in History’, Representing The Nation: A Reader (Londen, 1999) 134.
|